Verzet tegen een collectieve fantasie

Verzet tegen een collectieve fantasie

Verteld door: Daan

Schuilend in: Noord-Holland, Nederland

Opgetekend: april 2022

Vier jaar geleden sprak ik met een collega over ‘de pandemie die binnenkort zou uitbreken’.1 Ze werkte in de diergeneeskunde en bestudeerde vogelgriep. De wetenschappelijke gemeenschap leek er toen van overtuigd dat griep de aanstichter zou zijn van de volgende wereldwijde uitbraak. De schade zou waarschijnlijk aanzienlijk zijn, vertelde mijn collega me. Een sterftecijfer van 2% zou de samenleving zoals we die kennen ten gronde brengen, maar zelfs een minder ernstig virus zou genoeg zijn voor ingrijpende veranderingen.

Dit gesprek speelde door mijn hoofd toen ik op 22 januari 2020 in mijn dagboek schreef:

Er is een uitbraak van een nieuw coronavirus in de Wuhanregio in China en mensen maken zich er druk over. Wordt dit de nieuwe SARS? Of erger? Het virus veroorzaakt bij veel patiënten longontsteking en is in een klein aantal gevallen dodelijk. Het lijkt erop dat China wetenschappelijke informatie deelt, maar het werkelijke aantal geïnfecteerde mensen onderdrukt.

In die periode waren mijn dagen gevuld met vergaderingen op het werk, naar concerten en feestjes gaan en mensen mee uit eten nemen. Ik was net aan een nieuwe baan als universitair onderzoeker begonnen en reisde regelmatig naar het buitenland voor congressen en om collega’s en vrienden te bezoeken. De berichten die uit China kwamen, maakten me er bewust van dat die levendige wereld om me heen misschien tot stilstand zou komen. Ik las over iemand die besmet was en een 10-daagse tour door Europa had gemaakt, en schreef op 26 januari dat “als het virus echt overdraagbaar is voordat er symptomen zijn, dan lijkt dit een super spreader in wording.”

Dagboeken

Afbeelding 1. Een stapel dagboeken. Drie van deze boeken hebben de pandemie vanaf het begin besproken.

Nu ik zulke dagboekaantekeningen twee jaar later teruglees, is het ontnuchterend om te beseffen hoe vroeg de relevante feiten beschikbaar waren voor lezers over de hele wereld.

Lege straten #

Ik begon met schuilen op 16 maart 2020. Vlak daarvoor was ik teruggekomen van een weekje in het Verenigd Koninkrijk om een academische conferentie die ik had georganiseerd bij te wonen. Het was toen al duidelijk dat reisbeperkingen en lockdowns gauw op het menu zouden staan, en tegen beter weten in besloot ik deze ene laatste reis, die al lang in de maak was, te maken. Om de conferentie in goede banen te leiden, maar nog belangrijker, om een aantal van mijn beste vrienden te bezoeken in wat ik wist dat waarschijnlijk voor lange tijd de enige kans zou zijn.

Toen ik vijf dagen na de conferentie terugkwam, ging ik een week in zelfisolatie om mijn partner te beschermen voor het geval ik besmet zou zijn geraakt. Ik sloot mezelf op in de slaapkamer in ons appartement (terwijl mijn partner vrijwillig op de bank sliep), en ging er alleen uit om naar de badkamer te gaan en om buiten te wandelen. Daarna hebben we samen van schuilen een levensstijl gemaakt. In die tijd was dit niet meer dan normaal waar ik me bevond. De meeste van mijn collega’s deden hetzelfde en samen hadden we toestemming gevraagd om vanuit huis te gaan werken. Ook had de regering mensen opgeroepen zoveel mogelijk thuis te blijven. De straten waren verlaten en afgaande op de lege schappen in de buurtsupermarkt was duidelijk te zien dat men aan het hamsteren was geslagen.

Ik heb geen portemonnee meer op zak #

Schuilen was een nieuwe ervaring voor mij, en sommige aspecten ervan voelden avontuurlijk. Ik had nog nooit een gezichtsmasker gedragen, en die eerste maanden naar de supermarkt gaan, met het doel zo min mogelijk tijd binnen door te brengen en te zorgen dat je niet dicht bij andere mensen kwam, had iets fascinerends. Maar de stress en onzekerheid was voelbaar, iets dat ik merkte in mijn werk. Het duurde lang voordat ik in de nieuwe omstandigheden weer geconcentreerd kon lezen en schrijven.

Uiteindelijk verbeterde mijn omgeving. Momenteel heb ik het geluk in een huis te wonen dat ruim genoeg is om activiteiten te scheiden, en waar ik een kantoortje heb. Mijn partner en ik kochten deze woning tijdens de eerste luwte van de pandemie, ergens in de zomer. We hadden begrepen dat het leven waarin je gewoon het grootste deel van de dag op de campus zou kunnen zijn of in caféetjes in de stad zou kunnen werken, waarschijnlijk niet snel weer mogelijk zou zijn. En toen stond er iets te koop met genoeg ruimte om comfortabel vanuit huis te werken. Het wrong het uiterste uit ons budget, maar tot op zekere hoogte werd dit gecompenseerd door het vrijwel geheel ontbreken van uitgaven voor reizen en gezelligheid buitenshuis.

Landschap

Afbeelding 2. Het landschap van mijn 10km-hardlooproute.

De boodschappen worden nu aan de deur bezorgd, een service waarvan ik van tevoren nooit had gedacht dat ik deze zou gaan gebruiken. Ik ga geen winkels meer in. Het is gewoon niet nodig. Ik heb geen portemonnee meer op zak. Als een bezorging mislukt en pakketjes in het plaatselijke postdepot belanden om te worden opgehaald, wacht ik gewoon twee weken tot ze teruggestuurd worden naar de afzender en regel dat ze dan alsnog naar mijn huis worden gestuurd. Dit gebeurt echter zelden, omdat ik normaal gesproken thuis ben als de bestelwagen van de post voor de deur staat. Als ik naar buiten ga, draag ik altijd een masker, behalve als ik ga hardlopen, maar dan zorg ik ervoor dat ik naar gebieden ga waar zo min mogelijk mensen zijn. We fietsen. We lopen door parken en de stad als het stil is. We gaan nergens meer naar binnen. Het is een strikt bewind en ik maak alleen uitzonderingen voor medische afspraken en spoedgevallen.

Een eerste kennismaking met covid #

Eén manier waarop ik de pandemie het hoofd heb kunnen bieden, is door informatie te verzamelen en dingen te proberen te begrijpen. Ik kan wetenschappelijke artikelen lezen en weet onderzoekspublicaties die ik op Google Scholar vind op kwaliteit te beoordelen en te interpreteren. Het was al heel vroeg duidelijk dat dit virus mensen erg ziek maakte en dat er onaangenaam veel ‘bekende onbekende’ factoren waren—dingen waarvan men wist dat ze deze nog niet begrepen, maar zouden moeten begrijpen om duidelijke conclusies over de risico’s te kunnen trekken. Op basis daarvan is het mij duidelijk geworden dat mensen moeten proberen de verspreiding van het virus in te dammen en gevallen zo snel mogelijk tot nul terug te brengen. Dit beschouwde ik als een soort ethisch uitgangspunt, een principe waarvan ik van mezelf vond dat ik het moest toepassen en me er aan moest houden, vooral omdat ik dit met relatief weinig moeite zou kunnen doen gezien mijn omstandigheden.

Bovendien werd eind april 2020 één van mijn beste vrienden ziek door covid. Ze stuurde me foto’s van thermometers met onaangenaam hoge waarden, en deelde haar ervaringen met de ziekte. Dit was mijn eerste kennismaking met covid van dichtbij. Ik besefte dat er iets goed mis was toen ze op een dag haar telefoon niet beantwoordde en voor een aantal tests in het ziekenhuis bleek te liggen. Ze is nooit hersteld en heeft sindsdien long covid. Ik was diepbedroefd om te zien hoe haar leven ineens in de war werd gegooid. “Dit wil je echt niet krijgen”, vertelde ze me een paar maanden later, nadat ze wéér complicaties had gehad en opnieuw de nacht op een ziekenhuisafdeling had moeten doorbrengen. Haar ervaring maakte me duidelijk dat het voorkomen van infectie meer waard zou zijn dan de ongemakken van het schuilen. Sindsdien neemt het aantal mensen met long covid in mijn vrienden- en kennissenkring gestaag toe.

Dus mijn voortdurende beslissing om te schuilen heeft eigenlijk een dubbele motivatie. Aan de ene kant denk ik dat het over het algemeen nog steeds het juiste is om te doen, ook al ben ik me ervan bewust dat veel mensen het niet langer zo zien—misschien hebben ze dat nooit echt gedaan? Aan de andere kant is het proberen om besmetting te voorkomen een manier om mijn eigen risico op het ontwikkelen van long covid te verkleinen, en dat van mijn partner. Zelfs in een wereld waar covid steeds meer (en steeds problematischer) genormaliseerd wordt, blijf ik deze motivaties heel duidelijk zien en voelen, en als gevolg daarvan merk ik dat ik afdrijf in wat soms voelt als een alternatieve realiteit. Waar veel van mijn vrienden zich aanvankelijk min of meer hetzelfde gedroegen als ik, lijkt de meerderheid van hen geleidelijk hun eerdere motivaties om besmetting te voorkomen te hebben opgegeven, hetzij vanwege werk of kinderen, maar ik denk in sommige gevallen ook omdat ze gewoon willen doen alsof het voorbij is.

Elke dag iets nieuws doen #

Jarenlang heb ik geprobeerd om elke dag iets nieuws te doen. De laatste twee jaar was dit moeilijker dan ooit. Toen ik schuilde realiseerde ik me al snel dat ik voorheen steeds nieuwe tentjes in de stad opzocht om nieuwe ervaringen op te doen. Dat was nu geen optie meer. In het begin was ik hier bezorgd over. Het voelde alsof de tijd voorbij vloog en de dagen er steeds meer hetzelfde uitzagen. Na een tijdje slaagde ik erin nieuwe hobby’s op te pikken en ben ik meer bewust creativiteit in mijn dagelijkse routine gaan weven: creatief schrijven, houtbewerking, iets bakken.

Vanaf het begin van de pandemie heb ik vanuit huis kunnen werken. In het begin werd dit gewoon standaard voor mijn hele universiteit en was er geen speciale toestemming voor nodig. Het bleek dat ik online lesgeven leuk vind, en als ik mijn studenten mag geloven ben ik er ook goed in. Mijn onderzoekswerk was altijd vooral een kwestie van lezen, analyseren en dingen uittikken op mijn laptop, dus op dat vlak veranderde er voor mij niets belangrijks. Op dit moment komt mijn wens om op afstand te blijven werken echter steeds meer onder druk te staan en wordt de situatie moeilijker te navigeren, vooral vanwege verwachtingen om gezellig te doen met collega’s. Ik vrees dat ik van werkgever zal moeten veranderen als ik vanuit huis wil blijven werken.

Door thuis te werken is het voor mij mogelijk om flexibel te zijn met mijn tijd en ik probeer meerdere keren per dag naar buiten te gaan, ook al is het maar voor een korte wandeling door de buurt. Ik sport al vrij lang door te hardlopen, en blijf dat regelmatig doen. Nu doe ik meestal meerdere afstanden per week. Omdat ik tijdens het hardlopen geen masker opdoe, heb ik een aantal routes uitgestippeld die door gebieden met weinig mensen en een fijn landschap kronkelen. Ik ben gestopt met deelnemen aan wedstrijden. Vorig jaar heb ik een digitale piano gekocht en ben nu aan het leren spelen. Dit is iets waar ik al jaren van droomde, maar pas nu heb ik er de kans voor. Zowel hardlopen als muziek spelen zijn nu mijn manieren om gedachten en zorgen van me af te schudden.

Piano

Afbeelding 3. Mijn nieuwe piano met een oefenboek waar ik doorheen probeer te werken.

Een andere oude gewoonte die ik heb volgehouden is het bijhouden van mijn dagboek. Tijdens de eerste fase van de pandemie ervoer ik dit als bijzonder urgent, en ik kon niet anders dan de parallellen voelen met de dagboeken die Samuel Pepys schreef tijdens de pestuitbraak in Londen in de 17e eeuw. Iedere dag zit ik aan de secretaire die ik tweedehands op de kop heb getikt om een dagboeknotitie te schrijven. Toen covid nog nieuw en heel onvoorspelbaar was deed ik vrij uitgebreid verslag van besmettingsaantallen en nieuwe onderzoeksresultaten. Alsof anders deze gegevens verloren zouden gaan. Maar na van een paar golven verslag te hebben gedaan vielen deze notities wat in herhaling. Nu zijn mijn aantekeningen weer bijna volledig gericht op mijn eigen ervaringen en mijn omgang met andere mensen.

Verandering #

De hele beleving van de afgelopen twee jaar heeft me aanzienlijk veranderd. Dat vind ik niet erg, want ik zie verandering vaak als iets positiefs, iets dat samenvalt met leren en ontwikkelen. Ik ontdekte hoe weinig ik eigenlijk geef om dingen zoals winkelen en werken in een koffiezaak. Ik ben geduldiger geworden, reflectiever en ben mij meer bewust van mijn eigen gevoelens en emoties. Hoe goed ik me heb kunnen aanpassen aan mijn nieuwe omstandigheden blijft me verbazen.

Mensen die dicht bij me staan, hebben me altijd aangemerkt als een extravert persoon en een groepsdier. Dit was misschien mijn grootste angst en de grootste uitdaging: zou ik in staat zijn om kennissen te blijven zien en nieuwe mensen te ontmoeten? Toevallig groeide een Zoom-gesprek dat in april 2020 werd georganiseerd voor een jarige vriend uit tot een wekelijkse bijeenkomst waarin ik met vrienden die over de hele wereld verspreid leven kan praten. Ik heb me aangesloten bij verschillende online gemeenschappen (sommige specifiek opgericht om de pandemie te analyseren) en heb manieren uitgeprobeerd om online nieuwe mensen te ontmoeten. Het is nog niet perfect, maar ik ben best tevreden en heb vaak een redelijk volle agenda. Er zijn wel een paar mensen waarvan ik het heel erg mis om hen te kunnen bezoeken.

De onzekere lange termijn #

De afgelopen twee jaar heb ik zeker te veel tijd besteed met het maken en herzien van voorspellingen over hoe de pandemie zou verlopen. De toekomst leek belangrijk om te begrijpen, want de toekomst beloofde een uitweg. Door informatie die ik via verschillende groepen en bronnen tot mijn beschikking had, heb ik dingen altijd goed kunnen voorspellen. Ik zag nieuwe besmettingsgolven aankomen voordat ze zich daadwerkelijk voordeden, en viel nooit voor één van de vele beweringen dat de pandemie nu eindelijk ‘voorbij was’ (uitspraken die je na elke golf hoort). Hierdoor waren mijn verwachtingen voor de nabije toekomst nooit al te groot. Ik wist dat de lange termijn onzeker zou zijn. Maar toch, als ik mijn dagboekaantekeningen van die eerste twee jaar teruglees is het duidelijk dat mijn schattingen van hoe lang de uitbraak zou duren gaandeweg moesten worden bijgesteld: van weken naar maanden naar een jaar of langer. Ik kan het nu nog steeds lastig bevatten dat de situatie in ieder geval nog wel een jaar zou kunnen duren, maar ik weet nu genoeg om te accepteren dat dit goed mogelijk is. Aanvankelijk ging ik ervan uit dat de enige denkbare reactie voor regeringen was om te proberen het besmettingsniveau te verminderen, wellicht geleidelijk. Dit is niet hoe het uitpakte, en ik heb nog steeds moeite om de andere weg die veel van de wereld lijkt te zijn ingeslagen te bevatten.

Dit alles raakt me omdat ik schuil. Ik doe niet net alsof de pandemie voorbij is, en de gevolgen van mijn verzet tegen wat ik als een collectieve fantasie zie moet ik accepteren. Wat nu? Ik zie geen andere optie dan geduld te hebben en te kijken hoe dingen zich ontplooien. Het is waarschijnlijker dat dingen ófwel beter ófwel slechter worden dan dat ze hetzelfde zouden blijven. In de tussentijd zal ik zowel mezelf als mijn toekomst langzaam opnieuw moeten blijven uitvinden, met het oog op nieuwe carrièrepaden en nieuwe manieren om met mensen om te gaan. Ik voel een hernieuwd politiek bewustzijn en een verschuiving van wat echt belangrijk lijkt. Het is niet alleen onverstandig en irrationeel om dit virus de maatschappij kapot te laten maken en uit te putten, het is ronduit immoreel. Ik heb in lange tijd niet zo duidelijk gevoeld dat om dit onrecht aan te pakken—hoewel ik nog niet duidelijk zie hoe—ik zelf ook een actieve rol zal moeten spelen.


  1. Sommige namen in dit verhaal zijn aangepast om de privacy van mensen te beschermen. ↩︎

Deel gerust, als u wilt: